Doel van de degustatie: In het kader van onze jaarlijkse feesteditie kijkt het bestuur uit naar een selectie van wijnen die in onze reguliere degustatiesessies niet of nauwelijks aan bod komen wegens budgetbeperking. Dit jaar heeft het bestuur gekozen om een vergelijkende studie te maken over wijnen uit Chassagne-Montrachet. Bourgogne is mondiaal enorm gegeerd waardoor de productie de vraag niet kan volgen en dat heeft uiteraard zijn weerslag op de prijs. Wij wilden met deze degustatie niet alleen fijne en exquise wijnen proeven maar gelijktijdig nagaan of het kwaliteitsniveau de hoge prijzen rechtvaardigt.
Ligging
Chassagne-Montrachet is een dorp met een oppervlakte van 6.2 km² (waarvan 305 ha wijngaard), behoort tot het departement Côte d’Or, ligt ten zuiden van Beaune en heeft als buurgemeenten Santenay, Saint-Aubin en Puligny-Montrachet. Chassagne en Puligny hebben destijds wijs gehandeld om hun dorpsnaam te koppelen aan een wereldberoemde wijngaard die op beider grondgebied ligt: Le Montrachet. Een gouden beslissing zeg maar. Het dorp telt slechts 475 zielen. Met uitzondering van de burgemeester is de rest van de bevolking rechtstreeks of onrechtstreeks met wijnproductie begaan.
Geschiedenis
Wijnproductie in Bourgogne gaat al terug tot de 9e eeuw waar, zoals zo vaak, de monniken het voortouw genomen hebben (kloosterorden van Cluny en Citeaux). Wijn is namelijk, samen met brood, een onmisbaar ingrediënt om de katholieke eredienst te kunnen uitdragen en beleven. Toen al hadden de kloosterorden zicht op de microklimaten in dit ruwe landschap en heden ten dage zijn dit nog dikwijls de gronden waar nu de zo gegeerde Grand Cru wijnen vandaan komen.
De wijnproductie kende een enorme boost onder het bewind van de Hertogen van Bourgogne. Filips de Goede liet trouwens de variëteit gamay rooien ten voordele van de pinot noir. Een vorst met een visie! De wijnen werden in die tijd ook reeds geëxporteerd naar andere Europese landen.
Met de val van het Bourgondische Rijk werd ook de macht van de kloosters aan banden gelegd en kwamen de wijngaarden druppelsgewijs in particuliere (= bourgoisie) handen. Rond 1730 werden de eerste handelshuizen gesticht zoals Bouchard Père et Fils. Deze négociant is trouwens nog steeds actief.
Tot dan vormden de Bourgondische wijngaarden een relatief aaneengesloten geheel. Hieraan kwam een einde door het nieuwe Franse erfrecht op basis van de Code Napoléon waardoor elk kind een even groot aandeel diende te verwerven bij erfopvolging en wat uiteindelijk een grote versnippering van de wijngaarden tot gevolg had. Beste voorbeeld is het Clos de Vougeot. Vroeger 1 unieke wijngaard, ommuurd door de Cisterciënzers. Nu een ‘lappendeken’ met 80 eigenaars…
De huidige 8000 wijndomeinen in Bourgogne bezitten elk gemiddeld 6.15 ha. Als je rekening houdt met de wijngaardoppervlakte van sommige grote huizen dan leert een vlugge rekensom dat er wijnboeren bestaan die nog geen 2 ha in bezit hebben. Tot na de 2e wereldoorlog was die puzzel grotendeels in handen van de ‘négociants’. Zij kochten bij de kleine(re) wijnboeren de druiven of most op en produceerden de wijn. Gaandeweg stegen de prijzen en konden ook kleine wijndomeinen hun eigen wijnen bottelen en commercialiseren.
Zonder twijfel zijn de bourgognewijnen vandaag de dag beter dan ooit niet in het minst door een toenemend aantal geëngageerde wijnboeren. Maar het aanbod is daardoor nog nooit zo onoverzichtelijk en talrijk geweest.
Bodem
Als Bourgogne bovengronds al een lappendeken is geworden moet dit ook worden aangehaald voor de ondergrond. De samenstelling is er zo divers en verscheiden dat het perfect mogelijk is dat op enkele tientallen meter van een Grand Cru wijngaard er een bodem is die maar een ‘villagewijn’ kan opleveren. 2 oorzaken: enerzijds de kalkvorming toen Bourgogne nog “zee” was. Afscheiding van kalksediment (die je ook in Champagne terugvindt). Anderzijds de opstuwing van de jonge Alpen die ondergronds een “Jurassic Parc” hebben aangelegd met verschuivingen, opstuwingen, breuken. In geen enkel wijngebied ter wereld vind je zo’n doolhof aan terroirs als in Bourgogne.
Dit is ook het geval in Chassagne. De hoogte van de wijngaarden varieert van 220 tot 325 meter. De ondergrond bestaat uit kalksteen, krijtsteen, kiezel en op sommige plaatsen marmer, mergel en zand (dat laatste vooral op de laaggelegen gronden in het zuiden van de gemeente.
Klimaat
De wijngaarden van Bourgogne liggen nabij de 47e breedtegraad (Bordeaux op de 45e ) en behoort dus tot de noordelijkste verbouwingsgebieden voor rode wijn. In dit continentale klimaat zijn de weersomstandigheden veel grilliger dan in meer zuidelijk gelegen wijngaarden. Vooral de talrijke regenbuien van april tot oktober spelen de wijnboer parten. Regen is meestal de oorzaak van grijze schimmel en meeldauw zodat de wijnboer corrigerend moet optreden. In het voorjaar is er steeds kans op vorst en in de zomer is hagel de grootste vijand.
Klimaatsverandering? Vroeger hadden de wijnen uit Bourgogne een beperkt alcoholpotentieel. Slechts 10° was geen uitzondering in magere jaren. De most diende dan te worden gechaptaliseerd (= toevoeging van suiker) om de minimumalcoholgraad te bereiken. Vandaag zijn er nog weinig domeinen waar men dit procedé nog toepast. Door de opwarming van de aarde zijn de klimatologische omstandigheden dermate verbeterd dat de wijnen tijdens vergisting een natuurlijk hoog gehalte bereiken. 13.5° is vandaag de dag eerder regel dan uitzondering.
Wat niet wegneemt dat u bij aankoop best onderscheid maakt naar goede of minder goede jaargangen. Zeker wanneer u de wijn voor de lange termijn koopt.
Druivenrassen
Hoewel u er nog op kleine schaal nog een aantal andere witte en rode rassen zult aantreffen zijn chardonnay en pinot noir alomtegenwoordig (uitzondering voor beaujolais met de gamaydruif).
De pinot noir is ongetwijfeld de meest eigenzinnige en wispelturige druif ter wereld. Ook in zijn heimat doet hij zijn tegenstrijdige imago alle eer aan. In ideale omstandigheden brengt de druif diepe en gecompliceerde wijnen voort. Bovendien weerspiegelt hij steeds het unieke karakter van de ondergrond waarop hij heeft gegroeid en gerijpt. Pinot noir verkiest een schrale, kalkrijke bodem in een relatief koel continentaal klimaat met een lang vegetatieverloop. Hier in Bourgogne treft de pinot noir de ideale omstandigheden.
Gelukkig is de chardonnay wat taaier dan zijn gouwgenoot en heeft niet zoveel zorgen nodig. Deze druif wordt wereldwijd verbouwd en stelt geen hoge eisen. Maar wil je een topwijn maken dan gelden er andere voorwaarden: koel klimaat, arme, kalkrijke grond, grondige snoei, grote plantdichtheid (tot 7500 stokken/ha) en lage opbrengsten (max 35 hl/ha). In die omstandigheden brengt de chardonnay magnifieke wijnen voort waar het terroir een groot aandeel in heeft. Dit gaat van de strakke chablis in het noorden, een complexe Grand Cru, een boterige meursault tot een elegante pouilly-fuissé. Trefwoord voor bourgognewijnen : nuances…
Kwaliteitsniveau’s in Chassagne-Montrachet
- Grand Cru wijnen: de druiven moeten 100% uit een Grand Cru wijngaard komen, steeds volgens de voorschriften van de AOP. Het etiket vermeldt Grand Cru en (in grotere letters) de naam van 1 van de 5 Grand Cru wijngaarden.
- Premier Cru wijnen: 2 mogelijkheden: indien de druiven uit eenzelfde perceel (“Lieu-Dit”) komen mag het etiket chassagne-montrachet Premier Cru vermelden + de naam van de wijngaard. Indien de druiven uit verschillende Premier Cru percelen van Chassagne-Montrachet komen mag het etiket Premier Cru vermelden maar niet de naam van een “Lieu-Dit”.
- Village wijnen: dit zijn wijnen van uitsluitend druiven geteeld op gronden gelegen in Chassagne-Montrachet die geen Grand Cru noch Premier Cru status hebben.
- Bourgogne: gevinifieerd op basis van druiven die niet aan één van vorige 3 criteria voldoen. De druiven hoeven niet persé uit Chassagne te komen maar wel voor 100% uit een Bourgondische regio.
Toekomstplannen / gossip
Chassagne Montrachet is een perfect voorbeeld van wat er zich de laatste 40 jaar in Bourgogne heeft gemanifesteerd op wijngebied. En dan vooral de mondiale interesse voor witte wijn. Uiteraard voor Chassagne stevig geholpen door die wereldberoemde wijngaard op hun grondgebied: “Le Montrachet” maar ook de wijnen van Chablis, Meursault of Pouilly (fuissé) deelden in dezelfde hausse. In de jaren 70 van de vorige eeuw zijn de buitenlandse markten stapelverliefd geworden op witte bourgognes en de prijzen zijn beginnen klimmen… en klimmen, en klimmen nog steeds. Zo kostte bvb een fles chassagne-montrachet Premier Cru ‘Les Caillerets’ in 1973 op het domein 150 Bfr ( <4.00 euro). In 1978 was de prijs al gestegen tot 420 BFr ( +/- 10 euro). Vandaag kost deze wijn (volgens aanbieder) tussen de 50 en de 100 euro. Kort door de bocht wil dit zeggen dat een wijnbouwer met 2 ha in Bourgogne zich verplaatst met een Range Rover terwijl in Bordeaux een eigenaar met slechts 2 ha grond moet aankloppen bij het OCMW…
Die hausse en interesse voor witte wijnen had natuurlijk een nadeel: de interesse voor rode bourgognewijn verwaterde terwijl nu juist in Chassagne – in tegenstelling tot Puligny – er meer pinot noir was aangeplant. De wijnboeren hadden het probleem wel snel door en dankzij een “poortje” in de AOC (dat hen toeliet om zowel pinot noir als chardonnay op dezelfde gronden te beplanten) werd het wijngebied op korte tijd veel ‘witter’. Het aandeel pinot noir is geslonken van 70% naar 40%. Die daling deed zich nog sterker voor in de Premier Cru wijngaarden.
Economen en bankdirecteurs zijn deze ‘switch’ uiteraard genegen. Vanuit geologisch standpunt is het evenwel een miskleun; door de pinot noirs weg te halen van hun favoriete ondergrond komt de chardonnay op bodems terecht die daar niet echt voor geschikt zijn en waar men het risico loopt dat de witte wijnen van die “pinot noir-gronden” niet voldoen aan de hoge kwaliteitseisen die een chassagne-montrachet zich moet aanmeten.
Het Syndicat Viticole van Chassagne had daarom een voorstel op tafel gelegd om de wijngaarden geologisch in te delen volgens ondergrond en in kaart te brengen welke gronden geschikt zouden zijn voor pinot en welke voor chardonnay. De meeste wijnbouwers hebben het plan getorpedeerd…
CHASSAGNE-MONTRACHET – ZICHT OP DORP EN OMLIGGENDE WIJNGAARDEN
Degustatieverslag
Wij proefden in 3 sessies een totaal van 6 wijnen waarvan 4 witte en 2 rode, telkens geflankeerd door een aangepast gerecht. 5 wijnen werden aangekocht bij Bourgognewijnen Van Oevelen in Edegem (www. bourgognewijnen.be). Wijn nummer 4 (Sylvain Morey) werd aangekocht op het domein zelf.
Beide wijnen hebben een quasi identieke kleur: lichtgeel met groene reflex. De 2e wijn met iets minder kleurextract. Wijn 1 heeft ietsje meer ‘goud’ in de kern. Prachtige schittering voor beide wijnen.
Qua neus is de aanzet eerder houtgetypeerd, na walsen tonen van wit fruit, citrus en hazelnoot. Ook een floraal accent. In de mond meteen een vlijmscherpe aanzet, strak en mineralig. Niet rond noch romig maar met genoeg materie om de strakke zuren te counteren. Gladde textuur, goede vulling, de wijn heeft de houtopvoeding goed verteerd en is dus goed versmolten. Wijn met een mooie finesse en fraîcheur. De strakke zuren trekken door tot in de finale waardoor de wijn zijn scherpte behoudt. Hierdoor een absolute maaltijdwijn. (score 16/20)
Deze wijn is nog geen Premier Cru maar mag toch al de Lieu-Dit “Les Mazures” op het etiket toevoegen. De druiven komen dus integraal van 1 wijngaard van dit perceel. Kleur volgens notities van wijn nummer 1. Deze wijn heeft in de aanzet een fijnere houttoets dan wijn 1 maar is zeer gesloten. Ook na walsen komen er geen extra geurnuances bij. Na wat rust en extra zuurstof wordt je wel beloond met een ferme streep citrus en een vleugje ‘exotique’ (ananas). In tegenstelling tot wijn 1 hanteert deze wijn in de aanzet niet het vlijmscherpe fileermes maar geeft wat meer volume, is wat voller, vleziger; je zou het ook wat ‘guller’ kunnen benoemen. Toch is ook deze wijn met fijne en opmerkelijke zuren bedeeld en heeft een mooie textuur en fraîcheur. Wat wel opvalt t.o.v. wijn nummer 1 is dat deze wijn in het middenstuk (nog) geen schakering biedt. Is de wijn nog ontwikkeling en is hij nog te jong om een perfect beeld te kunnen vormen? Toch is de finale veelbelovend en worden we getrakteerd op een lange afdronk, gekenmerkt door opvallende maar fijne zuren. (score 15/20)
Zoals vaak met bourgognewijnen komt het op nuances aan en dan verkiezen wij in dit stadium wijn nummer 1 net boven wijn nummer 2 en dit in functie van het bewaarpotentieel dat wij voor wijn nummer 1 hoger inschatten.
Zoals wijn 2 komen de druiven van een wijngaard gelegen op een kadastraal afgelijnd perceel, “Le Concis du Champs” waarvan de heer Lamy net geen ha heeft aangeplant met uiteraard chardonnay. Qua wijnbereiding gaat de most niet in inox tanks voor de vergisting maar gisting en opvoeding gebeurt rechtstreeks in houten vaten van 300 of 600 liter en dit gedurende 90 dagen.
Voor kleurnuances moet je blijkbaar niet in dit deel van Bourgogne zijn… Ook deze wijn kan je qua kleur perfect spiegelen aan de wijnen van de eerste sessie.
Qua neus word je wel stevig verrast in de aanzet: een dierlijke geur beheerst aanvankelijk het geurpatroon met tonen van, jawel, gerookt spek of gekookte ham. Na opschudden eerst een hout/vanille aroma later aangevuld met (rijpe) kruisbes.
Goede, frisse en smakelijke aanzet met stevig volume en rijk gestoffeerd. Toch mist deze wijn de scherpte en de strakheid die beide vorige wijnen kenmerkten. Blijkbaar hadden de zuren zich goed verstopt bij het proeven maar in de finale komen zij stevig op het voorplan. (score 14/20)
Voor de kleur moet ik (helaas) opnieuw verwijzen naar wijn 3. Wanneer je de wijnen naast mekaar zet kan je geen noemenswaardig verschil vaststellen. Het blijft een prachtige kleur – dat wel!
Deze wijn opent met een aangename florale aanzet. Na walsen wordt de geur mineralig (leisteen) en ook wat nootachtig (amandel). Wit fruit op de achtergrond. In de smaak toont de wijn een vergelijkbaar patroon met wijn 3. Je proeft wel een zekere nuance wat deze wijn voorsprong geeft. Hij is wat voller, wat rijker, meer lengte, meer structuur, meer finesse maar uiteindelijk zijn we hier aan het muggenziften want de verschillen zijn klein en in relatie met de status (en de prijs) begin je zulke wijnen door een vergrootglas te bekijken. Het zou geen slechte oefening zijn om deze wijn in een blinde degustatie ‘chardonnay’ op te nemen. Benieuwd of de reputatie dan stand zou houden?
Waar deze Premier Cru wel in uitmunt is de afdronk: fenomenaal lang! Grote klasse! (score 16/20)
Chassagne-Montrachet is één van de weinige gemeenten waar men voor zowel rood als wit eenzelfde AOC mag voeren. De druiven mogen trouwens (maar moeten niet) op hetzelfde perceel verbouwd worden.
Michel Niellon verbouwt dus ook een rode chassagne-montrachet. In ons glas komt een wijn van het oogstjaar 2015. Voor een rode bourgogne nog vrij jong eigenlijk.
In het glas een robijnrode wijn, doorzichtig met redelijke meniscus maar ook een spoortje veroudering. In de neus een animale aanzet (leder) en champignons. Het fruit wordt hierdoor wat naar de achtergrond geduwd. Toch ruik je aalbes en kruidnagel. Het hout is goed versmolten, nauwelijks waarneembaar. Zachte, ronde aanzet met voldoende zuren hetgeen de wijn een mooie finesse geeft. “Knisperend” noteert mijn buurman. Het fruit manifesteert zich wel degelijk met opnieuw aalbes en ook aardbei. Geen storende tannines in de finale. Wijn met een redelijke lengte. (score 13/20)
Van deze wijn werden 1200 flessen gemaakt op een perceel van amper 0,19 ha. Wie sprak daar weer over ‘versnippering’ in de Boergondische wijngaard? Aan deze Premier Cru hangt een stevig prijskaartje. Het is dus meer dan logisch dat de wijn door onze kritische CT-scanner moet.
In ons glas een robijnrode en doorzichtige wijn maar met meer ‘volume’ in de kleurkern. Geen verouderingskenmerk zoals in wijn nummer 5. In de neus worden we in eerste instantie onaangenaam getrakteerd door een animale geur met dubieuze achtergrond. Sorry, maar ik associeer deze geur met koestal, hooi of bietenpulp. Na walsen verdwijnt het animale en krijg je een streepje geroosterd brood, wat rubber en potlood. Ook wat kardemom. Het rode fruit geeft niet aanwezig. Na 5 minuten krijg je (gelukkig) een ander geurpatroon, het rode fruit komt nu wel op de voorgrond. In de mond geeft de wijn meteen zijn visitekaartje af: mooie zachte aanzet, lekker fruitig maar gedoseerd. Goed gestoffeerd in het middenstuk met finesse en goed volume. Zachte tannines sluiten de wijn af. Redelijke afdronk. (score 15/20)
DHR. MOREY MET RECHTS EEN DEEL VAN ZIJN WIJNGAARDEN IN CHASSAGNE
Conclusies:
- Onze verslaggever van dienst wordt voor geen enkele van de 6 wijnen lyrisch in zijn commentaar. Het woord ‘complex’ is nooit gevallen. Als doorsnee wijnliefhebber (en consument) verwacht je toch veel meer van wijnen in dergelijk prijsniveau.
- Wie van bourgognewijnen (wit en rood) houdt vindt allicht zijn gading en gelijkwaardige kwaliteit in andere (minder bekende) regio’s. In de Côte chalonnaise (in o.a. Rully en Montagny) zijn interessante ontdekkingen te doen die een veel betere verhouding prijs/kwaliteit etaleren.
- Het is duidelijk dat de prijzen in deze regio onverantwoord gestegen zijn en enkel en alleen omdat zij in de ‘slipstream’ zitten van een Grand Cru waar belachelijk veel geld voor wordt geboden. Het magische woord ‘Montrachet’ op het etiket doet sommige wijnconsumenten vervallen in een soort ‘graaicultuur’. De prijs is dan maar bijzaak.
Toch was deze proefsessie leerzaam voor de leden die hun wijnhart op de juiste plaats dragen. Het credo van onze wijnclub indachtig blijven wij nog meer dan vroeger op zoek naar wijnen met een correct prijskaartje.